-
1 iemand de oren van het hoofd eten
iemand de oren van het hoofd etenDeens-Russisch woordenboek > iemand de oren van het hoofd eten
-
2 iemand de oren van het hoofd eten
iemand de oren van het hoofd etenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand de oren van het hoofd eten
-
3 oor
♦voorbeelden:een goed oor hebben • avoir l'oreille justemet open oren luisteren • écouter de toutes ses oreillesmet rode oren, oortjes in iets lezen • être tout excité à la lecture de qc.met rode oortjes luisteren • écouter de toutes ses oreillesvoor het oor waarneembaar • perceptible à l'ouïeiemand de oren van het hoofd eten • manger comme quatredat gaat het ene oor in, het andere uit • cela entre par une oreille et sort par l'autrezijn oren niet geloven • ne pas en croire ses oreillesmijn oren gloeien • j'ai les oreilles rouges(geen) oren hebben naar, voor iets • (ne pas) être intéressé par qc.geen oren hebben • faire la sourde oreillezijn oor te luisteren leggen • écouter attentivementiemand de oren van het hoofd praten • assourdir qn. de parolesiemand de oren van het hoofd schreeuwen • écorcher les oreilles à qn.de oren voor iets sluiten • se boucher les oreilles pour qc.; 〈 figuurlijk〉 ne pas vouloir entendre qc.zijn oren zullen tuiten • les oreilles vont lui tinteriemand de oren van het hoofd vragen • accabler qn. de questionséén en al oor zijn • être (tout yeux) tout oreillesiemand aan de oren malen • casser les oreilles à qn.hij is nog nat achter de oren • si on lui pressait le nez il en sortirait du laitiemand iets in het oor fluisteren • chuchoter qc. à l'oreille de qn.iets in het oor, in de oren knopen • prendre bonne note de qc.gaatjes in de oren hebben • avoir les oreilles percéesknoop dat in je oren! • tiens-le-toi pour dit!slechts met één, een half oor luisteren • n'écouter que d'une oreillede kogels vlogen ons om de oren • les balles sifflaient à nos oreillesop één oor liggen • dormir〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 veel rond z'n oren hebben • avoir beaucoup à faire; 〈m.b.t. zorgen〉 avoir beaucoup de soucisiemand ter ore komen • arriver aux oreilles de qn.het is mij ter ore gekomen dat • j'ai appris quetot over de oren in de schulden zitten • être criblé de dettestot over de oren in het werk zitten • être débordé de travailtot over de oren verliefd zijn op iemand • être follement amoureux de qn.¶ iemand een oor aannaaien • rouler qn.iemand de oren wassen • frotter les oreilles à qn.〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand de oren van de kop zagen • casser les oreilles à qn.hij heeft ze achter de oren • il est moins bête qu'on ne (le) croithet is op een oor na gevild • c'est comme si c'était fait→ link=potje potje -
4 Kopf
〈m.; Kopf(e)s, Köpfe〉3 hoofd, kop ⇒ wil, zin7 hoofd, kop ⇒ titel, opschrift8 hoofd, kop ⇒ begin(stuk), boveneinde♦voorbeelden:sich die Köpfe heiß reden • heftig discussiërenKopf und Kragen riskieren • alles op het spel zetten〈 informeel〉 Kopf hoch! • kop op!die Menge stand Kopf an Kopf • je kon over de hoofden lopen〈informeel; schertsend〉 jemandem auf den Kopf spucken können • een stuk groter zijn dan iemand andersalles auf den Kopf stellen • (a) de hele zaak door elkaar halen; (b) de hele zaak verkeerd voorstellender Ruhm ist ihm in den Kopf gestiegen • de roem is hem naar het hoofd gestegenmit seinem Kopf für etwas einstehen • volledig voor iets instaanmit bloßem Kopf • blootshoofdspro Kopf • per persoon, per hoofd〈 figuurlijk〉 er ist seinen Eltern über den Kopf gewachsen • hij laat zich niks meer vertellen door zijn oudersbis über den Kopf in Schulden stecken • tot over de oren in de schulden stekenvon Kopf bis Fuß • van top tot teender Erfolg ist ihm zu Kopf gestiegen • het succes is hem naar het hoofd gestegen〈informeel; schertsend; figuurlijk〉 jemandem den Kopf zwischen die Ohren setzen • iemand op zijn nummer zettenKopf oder Zahl • kruis of munteinen kühlen Kopf bewahren • het hoofd koel houdenseinen Kopf aufsetzen • per se zijn zin willen hebbenseinen Kopf durchsetzen • zijn zin doordrijvendanach steht mir der Kopf nicht • daar heb ik geen zin in〈 figuurlijk〉 sich 〈 3e naamval〉 etwas durch den Kopf gehen lassen • zijn gedachten over iets laten gaanim Kopf rechnen • uit het hoofd (uit)rekenen4 die Besatzung war 100 Köpfe stark • de bemanning telde, bestond uit 100 koppen -
5 oor
1 [gehoororgaan] ear2 [oorschelp] ear♦voorbeelden:dat gaat het ene oor in, het andere uit • it goes in one ear and out the otherik heb er wel oren naar • I rather like the ideahij heeft er geen oren naar • he won't hear of itde oren sluiten voor • close one's ears/be deaf tohet oor strelen • be a delight to the eardoof aan één oor • deaf in one eariemand iets in het oor fluisteren • whisper something in someone's ear〈 figuurlijk〉 dat komt hem ter ore • that has come to his attention/earsmijn oren tuiten (ervan) • my ears are ringingzich achter de oren krabben • scratch one's headze bloosde tot achter haar oren • she blushed to the roots of her hairgaatjes in de oren hebben • have pierced ears〈 figuurlijk〉 ik stond wel even met mijn oren te klapperen • I couldn't believe my ears/what I was hearing〈 figuurlijk〉 iemand met iets om de oren slaan • blow someone up over something, give someone hell about somethingde kogels vlogen hen om de oren • the bullets whizzed past their earsop één oor liggen • be stretched out¶ iemand een oor aannaaien • fool someone, take someone for a ridezij laat zich geen oor aannaaien • she's nobody's fool〈Algemeen Zuid-Nederlands; figuurlijk; informeel〉 iemand de oren van zijn kop zagen • bore someone to tearsop een oor na gevild zijn • be on the home stretch/last lap -
6 jemandem die Haare vom Kopf fressen
jemandem die Haare vom Kopf fressen————————Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem die Haare vom Kopf fressen
-
7 house
n. huis; theater; publiek--------v. huisvesten, onderdak bieden aanhouse11 huis ⇒ woning, behuizing; (handels)huis3 〈 ook House〉(vorstelijk/adellijk) geslacht ⇒ (konings/vorsten)huis, adellijke familie4 (bioscoop/schouwburg)zaal ⇒ voorstelling♦voorbeelden:house of detention • huis van bewaringhouse of God • godshuis, huis des Hereneat someone out of house and home • iemand de oren van het hoofd etenset up house • op zichzelf/zelfstandig gaan wonenon the house • van het huis, (rondje) van de zaakthe House of Lords • het Hogerhuisthe House of Representatives • het Huis van Afgevaardigdenkeep/make a House • het quorum bijeenhouden/brengenkeep house • (het) huishouden (doen)————————house2 -
8 Haar
〈o.; Haar(e)s, Haare〉♦voorbeelden:〈informeel; figuurlijk〉 Haare lassen müssen • een veer, veren moeten laten〈informeel; figuurlijk〉 auf ein Haar, aufs Haar • precies, exactum ein Haar • een tik(kelt)jeum ein Haar wäre, hätte … • het scheelde maar een haar of … -
9 eat someone out of house and home
English-Dutch dictionary > eat someone out of house and home
-
10 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский